De nieuwe taal van Jacques Crahay
door An Devroe © Agenda
11/07/2007
Jacques Crahay maakte zijn eerste schetsen in koffie. Het was een hele overgang na 25 jaar theaterwereld als acteur, licht- en decorontwerper, een wereld die hij al kende vanaf zijn veertiende, toen hij toneel ging studeren aan het Conservatorium van Luik. Om niet langer de speelbal te zijn van regisseurs zocht hij naar een andere taal. Uitgeput door de spreektaal die een loopje nam met gedachten en gevoelens moest het een woordeloze taal zijn. Daarom ontwikkelde hij in de jaren 1990 een ware passie voor het schilderen.
Vandaag spant Crahay zijn eigen canvassen, stampt hij zelf zijn poeders en mengt hij zijn eigen verf. Hij ziet deze voorbereiding als een wezenlijk deel van het creatieve proces dat leidt naar het uiteindelijke werk. Crahay heeft altijd geweigerd om zich te beperken tot een stijl, en houdt zich daarmee ver weg van de starheid van de kunstmarkt. Hij citeert graag Paul Klee: « Ich bin mein Stil » (« Ik ben mijn stijl »). De autodidacticus citeert ook graag zijn grote voorbeeld Picasso: « La main m’apprend ce que j’ai dans l’esprit » (« Mijn hand leert me wat ik in gedachten heb »).
Schilder werd Crahay rond zijn veertigste en dat kan de reden zijn waarom hij zich vol overgave op zijn nieuwe beroep heeft gestort. Zijn oeuvre bestaat al uit meer dan 500 schilderijen op canvas of hout en duizenden werken op papier.
Het puur abstracte is niet aan hem besteed. Naast zijn figuratieve werk met schreeuwende en peinzende gezichten, revolterende clowns of halfmythologische dieren, ontwaren we meer complexe werelden met allerlei vormen. Het zouden lichaamsdelen kunnen zijn, de elementen, of hun symbolen. Jacques Crahay ziet zichzelf als immoreel, een individualist, egoïstisch, en is daar nog trots op ook.